Interview met de heer en mevrouw Hoogendoorn

Betrokken zijn bij Pinkeltje vanaf het eerste uur. Dit kan met een gerust hart gezegd worden van de heer en mevrouw Hoogendoorn. Mevrouw Hoogendoorn 90 jaar oud en de heer Hoogendoorn 89 jaar oud kunnen honderduit praten over de speeltuin en buurtvereniging Pinkeltje. Mooi is het dan ook om te zien, dat als we het over de speeltuin hebben, zeker bij mevrouw Hoogendoorn de ogen beginnen de glinsteren en zo de verhalen zonder al te veel vragen te stellen naar boven komen. Pratend over het begin geeft de heer Hoogendoorn aan dat alle speeltoestellen in die tijd zelf waren gemaakt en bedacht. De heer Hoogendoorn was dé specialist als het ging om al het laswerk en zo hadden diverse mensen hun specialiteit als het gaat om het fabriceren van deze speeltoestellen. Geld om dit alles te realiseren kwam van de voormalige gemeente Hoenkoop, die hiervoor een subsidie had gerealiseerd. Met het enthousiasme van de toenmalige burgemeester Zielhuis daarbij kon de buurtvereniging aan de slag. Op de vraag hoe men dan aan het materiaal kwam, keek de heer Hoogendoorn een beetje stoïcijns voor zich uit. Hij gaf hij aan dat, als hij bij zijn baas aan het werk was, er zo maar ineens wat onder zijn werk lag dat hij wel kon gebruiken voor het maken van een speeltoestel. Ja, zo ging dat; die heeft dit en die heeft dat en zo gaat dat. Al het schilderwerk in de beginjaren lag bij de heer Johan van Vliet. Tevens de waakhond van de speeltuin. Als er iets gebeurde wat niet in de haak was, was hij wel diegene die daar wat van zei. Betreft het schilderwerk waren er maar weinig anderen die dit ook konden doen, want het moest wel netjes en zoals Johan het wilde. Neemt niet weg dat de saamhorigheid onderling groot en goed was. Er werd veel samen geklust en bedacht als het om het maken van de speeltoestellen ging en veelal werden deze op het ‘beunplein’ in elkaar gezet. Dit ‘beunplein’ bevond zich bij de garages achter de woningen op de Burgemeester Zielhuisstraat, welke toen nog overigens de Everard van Weedeweg heette. Mevrouw Hoogendoorn vertelt honderduit over de beginjaren van Pinkeltje en met elkaar hield je dan ook de speeltuin ‘in de gaten’. Als er wat gebeurde dat niet door de beugel kon, ging je er op af en werd het opgelost. Ook geeft mevrouw Hoogendoorn aan dat er veel werd georganiseerd. De optochten waren een hoogtepunt. Hiervoor werd een prijsvraag uitgeschreven voor de mooiste, de leukste en de beste. Met andere dames uit de wijk ging men dan prijzen uitzoeken bij Galerie Modern in Utrecht. Daar zat men op hun kont in de winkel en werden alle prijzen, want zo ging dit vroeger, gewoon lekker thuisbezorgd. Later toen de heer en mevrouw Hoogendoorn wat ouder werden, werd het werk voor de speeltuin overgenomen door anderen. Zij bleven er wel zeer nauw bij betrokken. Jarenlang hebben de diverse scholen, die hun schoolreisje naar Pinkeltje maakten, gebruik kunnen maken van de keuken en het toilet van de heer en mevrouw Hoogendoorn en ook van de het toilet en de keuken van de heer en mevrouw van Vliet. Zo heeft dus het bekende ‘plashekje’ daar jaren dienst voor gedaan. Maar over het hekje werden ook de nodige snoepjes gegeven. Niet voor niets werd mevrouw Hoogendoorn ‘oma Muisje’ genoemd. In het trommeltje met snoep, zaten altijd witte en roze schuimpjes in de vorm van muisjes. Vele jaren later, nu beiden op leeftijd zijn en heerlijk wonen in hun gezellige woning in de Prinses Margrietstraat, worden ze nog regelmatig herinnerd aan Pinkeltje. Als de zuster komt om de zorg te doen, moet je er niet raar van staan te kijken dat beiden worden herinnerd aan Pinkeltje. De kinderen van toen, zijn in bepaalde gevallen de zorgverleners van nu. Hoe mooi kan het zijn!

Maar ook aan de heer en mevrouw Hoogendoorn zijn de vragen voorgelegd die ook aan anderen zijn gesteld. Hieronder hun antwoorden:

1. “Als ik aan Pinkeltje denk, dan…”
De gezelligheid van de speeltuin. De saamhorigheid die er met elkaar en onderling was. Nooit problemen gehad. Nu zie je wel dat het anders is. De kinderen zijn altijd druk en hebben zelfs als kind t.o.v. toen een ander leven.

2. “Het mooiste speeltoestel in de speeltuin is…”
De glijbaan, maar dan wel de oude. Deze glijbaan is ooit door dokter Meijerink gekeurd. Zo ging dat. Als hij zei dat het goed was, dan konden de kinderen er op gaan spelen.

3. “De leukste activiteit door het jaar heen bij Pinkeltje is…”
De Kinderspeeldagen zoals die vroeger waren. Iedereen had het erover en was er mee bezig. Jong en oud. Zo had ieder persoon betrokken bij de speeltuin daarin wel een taak. En als het dan heel slecht weer was, geen probleem; dan werd alles verplaatst naar de garage van van Dam. De auto’s werden eruit gehaald en zo kon de Kinderspeeldag gewoon doorgaan.

4. “De vele activiteiten en feesten bij Pinkeltje zijn leuk, maar het leukste feest is/was…”
De Kinderspeeldag is dat dus, geeft mevrouw Hoogendoorn aan. Zie het antwoord bij vraag 3.

5. “Als ik de ‘baas zou zijn van Pinkeltje’, dan zou ik…”
Als er geld genoeg zou zijn, dan zouden wij het leuk vinden als er een mooi nieuw speeltoestel voor de kleinere kinderen komt. Een soort combispeeltoestel waar je meerdere dingen mee kan doen. Maar ja, of daar genoeg geld voor is blijft de vraag.

De heer en mevrouw Hoogendoorn, erg bedankt voor dit leuke gesprek en interview. Als interviewer heb ik er van genoten!